De hoofdstad van de staat Paraná is wereldberoemd geworden door de innovatieve stedelijke en ruimtelijke oplossingen, het openbaar vervoer staat model voor veel steden in de wereld. Elk van de ruim 1,5 miljoen inwoners heeft 52 m2 groenvoorzieningen, wat ruim meer is dan de door de Verenigde Naties aanbevolen 16 m2.

Curitiba werd ongeveer 300 jaar geleden gesticht in de schaduw van Paraná pijnbomen, of kur-ity-ba zoals deze genoemd werden door de oorspronkelijke bewoners de Indianen. Toenmalige gouddelvers vestigden zich aan de oevers van de Rio Atuba, verhuisden later naar een plek wat nu het Praça Tiradentes is en noemden het Nossa Senhora da Luz do Penhais. In 1842 kreeg deze nederzetting stadsrechten en werd hernoemd in Curitiba.

De stad werd hierna voornamelijk opgebouwd door veel immigranten: Polen, Duitsers, Oekraïners en Italianen hadden hierin het leeuwendeel, wat tegenwoordig nog in de diverse stadswijken terug te vinden is.

Curitiba heeft een speciaal aangelegd ‘pijnbomen’pad van drie kilometer lang waarover gewandeld en gefietst kan worden, of zelfs per speciale bus die langs deze route rijdt en stopt bij de belangrijkste toeristische bezienswaardigheden. De bezoeker kan, het pad volgend, een route maken langs kerken, historische gebouwen en musea zoals het Museu de Paraná.

Eén van de vele attracties voor de bewoners en bezoekers is de Rua 24 Horas, een overdekte passage met veel winkeltjes, bars, terrasjes, restaurants en bioscopen.